Wat is hinkelen?

Hinkelen is een vorm van springen en landen, één van de 10 grondvormen van bewegen van de Schijf van 10! die is ontwikkeld door ASM. Deze schijf van 10 vormt de basis voor een leven lang plezier in bewegen. Veelzijdig bewegen is belangrijk voor de fitheid, vitaliteit en gezondheid. Voldoende variatie in beweging zorgt ook voor een optimale motorische ontwikkeling. Springen gebeurt vaak met twee benen tegelijk. Het voordeel van hinkelen is dat het een één-benige oefening is, waardoor de belasting groter is. Dit is goed om te oefenen met balans en om kracht op te bouwen.

Waarom is hinkelen belangrijk?

Het is erg belangrijk voor kinderen om eenbenige bewegingen te leren maken. Het evenwichtsvermogen wordt hierdoor gestimuleerd. Ook worden de (been)spieren sterker, wat belangrijk is tijdens de groeifase. Wanneer je hinkelt wordt je steunvlak kleiner, want je staat op één been in plaats van op twee benen. Hierdoor verschuift je massamiddelpunt. Dit houdt in dat je gewicht gaat ‘leunen’ op een kleiner gebied, waardoor er meer druk op je gewrichten van dat betreffende been komt te staan. Er is dus meer spierkracht nodig voor deze bewegingen.

Hinkelen moet je leren

Springen en landen behoort tot één van de essentiële grondvormen van bewegen. Voor de complexe aansturing in bewegen zijn de 7 Coordinative Abilities van ASM nodig. Dit zijn alle vermogens van coördinatie en lichaamscontrole. De Coordinative Abilities worden getest in de MQ Scan. Door al deze coördinatieve vermogens te oefenen, ontwikkelen kinderen hun motorisch vermogen. Een goede motorische ontwikkeling leidt vaker tot een actieve leefstijl, wat bevorderlijk is voor de gezondheid.

De ontwikkeling van hinkelen bij kinderen

Hinkelen kan best een grote belasting zijn voor de gewrichten van jonge kinderen. Huppelen is een goede tussenweg. Vaak vinden kinderen huppelen iets makkelijker doordat het tweede been weer snel op de grond komt, dus is er iets minder kans op vallen door een verstoord evenwicht. Echter, komt het ook voor dat kinderen eerder hinkelen onder de knie hebben dan huppelen. Huppelen is eigenlijk een combinatie van hinkelen en de aansluitpas. Bij alle drie deze bewegingen is balans een belangrijk aspect. Balanceeroefeningen zijn dus erg goed om te (blijven) oefenen hiervoor.

7 oefeningen met hinkelen, springen en landen voor tijdens de gymles

Oefening 1: Hinkelend hoogspringen

Hoe werkt het?

De aanloop bij het hoogspringen, bij de ‘flop’, gebeurt vaak in een bocht richting de mat. Leg met hoepels een route neer voor de aanloop. Laat ze erdoorheen hinkelen en vanaf de laatste hoepel hoogspringen over het touw heen. Dit kan natuurlijk ook met een ander soort sprong op de mat uitgevoerd worden (zonder touw) wanneer dit nog lastig is.

Wat heb je nodig?

• Hoepels
• Dikke mat
• Touw

Video

Oefening 2: Hinkelen en springen

Hoe werkt het?

Zet een hinkel- en springparcours uit. Hinkel door de hoepels heen, wissel van been bij een andere kleur hoepel. Wissel af met vooruit en achteruit springen. Hinkel over de matten, wissel per mat van been. Springen tussen en over de hordes heen. Voor extra uitdaging; achteruit over de hordes.

Wat heb je nodig?

• Hoepels
• Blokjes
• Matten
• Pylonnen met stok/lat

Video

Oefening 3: Hinkelbaan op muziek

Hoe werkt het?

Zet een hinkelbaan uit met dopjes waar de kinderen tussen en naast moeten hinkelen. Voor extra uitdaging en variatie kan je nog verschillende opdrachten verzinnen per kleur dopje. Bijvoorbeeld; “hinkel twee keer bij groen”.

Wat heb je nodig?

• Dopjes, heel veel dopjes!

Video

Oefening 4: Streksprong

Hoe werkt het?

De streksprong wordt met een aanloop gedaan. Kan met een trampoline of een springplank uitgevoerd worden. Twee mogelijkheden; met twee benen afzetten en op twee benen landen of met één been afzetten en landen op twee benen.

Wat heb je nodig?

• Trampoline / springplank
• Dikke mat

Video

Oefening 5: Hinkelend over het klimrek

Hoe werkt het?

Klim omhoog met twee armen en één been. Je hinkelt dan dus naar boven. Wanneer dit makkelijk gaat, kan je ook met één arm proberen omhoog te gaan. Wissel af met je andere been. Je kan ook diagonaal naar boven gaan. Nog een optie is om twee naar boven te klimmen/springen en dan weer één naar onder etc. Genoeg variatie dus!

Wat heb je nodig?

• Klimrek/Wandrek

Video

Oefening 6: Shuffle

Hoe werkt het?

De shuffle houdt in dat je de hockeybal afwisselend naar voren en naar achter beweegt. Wat dit met hinkelen te maken heeft? De shuffle wordt hinkelend gedaan! Het is wel belangrijk om dit met beide benen te oefenen en niet een te lang stuk te nemen, anders kan de oefening zwaar worden.

Wat heb je nodig?

• Hockeystick en -bal

Video

Oefening 7: Loopladder met balans

Hoe werkt het?

Deze oefening voer je met z’n tweeën uit. De ene persoon hinkelt tussen de loopladder door en om de 3 passen, gooit de andere persoon de bal aan en vangt hem weer.

Wat heb je nodig?

• Loopladder / latjes
• Bal

Video

‍

Tips

• Wanneer hinkelen nog moeizaam gaat, oefen dan eerst met huppelen
• Vul niet een hele gymles in met sprongoefeningen, want dat kan best belastend zijn voor (vooral) de knieën

Tops

• Wissel af met hinkelen, huppelen en springen
• Het is goed om in een gymles de onderdelen balanceren en hinkelen te combineren

Conclusie

Hinkelen is dus een vorm van springen en landen. Het is een eenbenige oefening die erg belangrijk is voor de ontwikkeling van het evenwichtsvermogen bij kinderen. Ook is het een erg goede manier om meer spierkracht te ontwikkelen. Met behulp van deze oefeningen leren kinderen op een leuke en goede manier hinkelen en springen.

Voor nog meer inspiratie voor tijdens de gymlessen, neem een kijkje naar de ASM playlist ‘Hinkelen’ op de MQ Wat Nu pagina.

Lees ook een blog over Springen.