Meten op MQ zou net zo normaal moeten zijn als meten op IQ

‘Meten op MQ zou net zo normaal moeten worden als meten op IQ. Op het gebied van rekenen en taal worden kinderen ook getoetst op hun ontwikkeling, maar voor bewegingsonderwijs vinden we dat nog niet zo normaal’. Aldus Ziggy Tabacznik in een interessant interview in het magazine van Almere Kenniscentrum Talent (AKT).

Lees hier verder over het interview met Ziggy Tabacznik, directeur van het Health Development Institute.

“Als basisonderwijs moet je zowel aandacht hebben voor het IQ (intelligentie quotiënt) en het EQ (emotionele quotiënt) als het MQ (motorische quotiënt). MQ heeft ook een voorspellende waarde voor de gezondheid van mensen.”

Ziggy Tabacznik is eigenaar van MQ Scan: een monitoringstool om inzicht te krijgen in het motorisch niveau van kinderen. Het is ontwikkeld door de Haagse Hogeschool en de Vrije Universiteit in Amsterdam in samenwerking met zijn onderneming en de bedenkers van het Athletic Skills Model (ASM). Met deze tool kunnen docenten Lichamelijke opvoeding in één les zien wat het niveau is van de kinderen in de klas. Almere was als medeontwikkelaar van de website en app de eerste gemeente die met de MQ Scan aan de slag ging.

“Uit onderzoeken blijkt dat de motoriek van kinderen de afgelopen jaren achteruit is gegaan”, zegt Tabacznik. “Ze spelen minder buiten, krijgen minder gymles op school en worden buiten ook minder gestimuleerd om te bewegen. Kinderen met een slechte motoriek bewegen minder, hebben vaker overgewicht. Je ziet dat een kind vooruitgaat als het meer beweegt.” Zelf heeft Tabacznik heel lang gejudood op vrij hoog niveau. Nu doet hij aan hardlopen en surfen.

Effect

MQ Scan biedt de mogelijkheid om twee keer per jaar te scannen, zodat scholen verbeteringen kunnen meten en hun sportprogramma’s beter kunnen laten aansluiten op de behoefte.

“De MQ Scan helpt om te zien hoe het ervoor staat met het kind, de klas, de school of in de gemeente. Het gaat niet zozeer om de scanmethode, maar om wat de meerwaarde is van inzichten om zo gericht het verschil te kunnen maken als gemeente. Door inzicht en monitoring van de motoriek krijg je een veel beter beeld van de kwaliteit en het effect van je beleid en interventies. Zo kun je activiteiten in bepaalde wijken die succesvol zijn ook elders toepassen. Voor de buurtsportcoaches helpt dat om gerichter sportactiviteiten in te zetten.”

Door een samenloop van omstandigheden is Tabacznik begonnen in Almere. “De gemeente was bezig met het implementeren van het ASM-programma, wij waren daar ook mee bezig. Zij waren op zoek naar een methode om het te meten en wij naar een plek om het in te voeren. Het ASM is de onderliggende filosofie en Almere was de eerste die het vijf jaar geleden implementeerde.”

Niveaus

‍
Voor de MQ Scan gaan de kinderen (afhankelijk van hun leeftijd) over een van de drie banen, een soort obstacle course.
Dat zijn bestaande materialen die je in elke gymzaal kunt vinden: bankjes, matjes, pionnen, een kast, etc. Docenten kunnen de gegevens van de school, klassen en kinderen invoeren en met een app de prestaties van de kinderen registreren. De MQ Scan geeft inzage op school-, klas- en kindniveau. “We kunnen ook op geanonimiseerd niveau kijken hoe het in een bepaald stadsdeel gaat. Alleen de docenten zelf kunnen bij de informatie over hun klassen en leerlingen.”
Er zijn vijf MQ-niveaus: ruim onder gemiddeld, onder gemiddeld, goed, bovengemiddeld, ruim bovengemiddeld. Een score van 100 is gemiddeld, net als bij het IQ. “Met name kinderen die een achterstand hebben, krijgen meer aandacht. In Almere kijken ze ook hoe ze een kind met talent nog verder kunnen prikkelen hun talent te ontwikkelen.”

Citotoets

Tabacznik: “Meten op MQ zou net zo normaal moeten worden als meten op IQ. Op het gebied van rekenen en taal worden kinderen ook getoetst op hun ontwikkeling, maar voor bewegingsonderwijs vinden we dat nog niet zo normaal. Terwijl de wet primair onderwijs dit wel stelt. Eigenlijk zou dit de citotoets voor bewegen moeten worden. Het is niet bedoeld om kinderen af te rekenen, maar om ze te helpen ze op het juiste niveau te krijgen. Bijvoorbeeld met extra gymlessen, motorische remedial teaching of fysio therapie.”
Het thema motorische vaardigheid staat nu ook landelijk vrij hoog op de agenda, mede dankzij het Nationaal Sportakkoord. “De afgelopen jaren was er wel een focus op meer bewegen, maar niet op beter bewegen. Als je leert beter te bewegen, krijg je er meer lol in en ga je het vaker doen. We willen dat kinderen en volwassenen zo lang mogelijk blijven bewegen. Door veelzijdig te bewegen haal je meer rendement uit de dingen die je doet en bespaar je als samenleving ook op kosten.”

‍

‍