Lees hoe Anoek Adank zich inzet voor actieve levensstijlen bij basisschoolkinderen door middel van haar onderzoek naar gymlessen. Ontdek waarom vakdocenten een sleutelrol spelen, hoe motorische vaardigheden het bewegingsgedrag beïnvloeden, en waar de focus op scholen zou moeten liggen om beweging te stimuleren
Hendrerit enim egestas hac eu aliquam mauris at viverra id mi eget faucibus sagittis, volutpat placerat viverra ut metus velit, velegestas pretium sollicitudin rhoncus ullamcorper ullamcorper venenatis sed vestibulum eu quam pellentesque aliquet tellus integer curabitur pharetra integer et ipsum nunc et facilisis etiam vulputate blandit ultrices est lectus eget urna, non sed lacus tortor etamet sed sagittis id porttitor parturient posuere.
Sollicitudin rhoncus ullamcorper ullamcorper venenatis sed vestibulum eu quam pellentesque aliquet tellus integer curabitur pharetra integer et ipsum nunc et facilisis etiam vulputate blandit ultrices est lectus vulputate eget urna, non sed lacus tortor etamet sed sagittis id porttitor parturient posuere.
Eget lorem dolor sed viverra ipsum nunc aliquet bibendum felis donec et odio pellentesque diam volutpat commodo sed egestas aliquam sem fringilla ut morbi tincidunt augue interdum velit euismod eu tincidunt tortor aliquam nulla facilisi aenean sed adipiscing diam donec adipiscing ut lectus arcu bibendum at varius vel pharetra nibh venenatis cras sed felis eget.
“Eget lorem dolor sed viverra ipsum nunc aliquet bibendum felis donec et odio pellentesque diam volutpat.”
Nisi quis eleifend quam adipiscing vitae aliquet bibendum enim facilisis gravida neque velit euismod in pellentesque massa placerat volutpat lacus laoreet non curabitur gravida odio aenean sed adipiscing diam donec adipiscing tristique risus amet est placerat in egestas erat imperdiet sed euismod nisi.
Eget lorem dolor sed viverra ipsum nunc aliquet bibendum felis donec et odio pellentesque diam volutpat commodo sed egestas aliquam sem fringilla ut morbi tincidunt augue interdum velit euismod eu tincidunt tortor aliquam nulla facilisi aenean sed adipiscing diam donec adipiscing ut lectus arcu bibendum at varius vel pharetra nibh venenatis cras sed felis eget.
Anoek doet onderzoek naar de invloed van fysieke, sociale en beleidsmatige kenmerken van de gymles op het beweeg- en sedentair gedrag van basisschoolkinderen. De longitudinale studie getiteld Stimuleren van een Actieve Leefstijl door Top gymOnderwijs’ (SALTO-studie) vormt de basis van haar promotieonderzoek aan de Technische Universiteit Eindhoven.
Lees hier meer over Anoek en haar onderzoek.
Het gaat hier om een voorlopige conclusie die door Tess is getrokken op basis van meetresultaten uit de eerste en tweede meting binnen de SALTO studie. Het is maar mijns inziens belangrijk om dit in een breder kader te plaatsen.
De gymles wordt gezien als één van de omgevingsfactoren die het beweeggedrag van kinderen beïnvloedt. Bewijs vanuit longitudinaal onderzoek dat de gymles bijdraagt aan voldoende fysieke activiteit en een beperking van langdurig zitgedrag ontbreekt echter De SALTO-studie zoekt naar deze evidentie en ziet hierbij de gymles als een set van kenmerken. Deze kenmerken van de gymles hebben we onderverdeeld in beleidsmatige merken (bijv. aantal uren gym per week), sociale kenmerken (bijv. groepsleerkracht of vakleerkracht LO, lesgeefervaring, lesgeefstijl) en fysieke kenmerken (bijv. gymzaalfaciliteiten).
In de SALTO-studie wordt niet alleen gekeken wat de invloed van verschillende sets van kenmerken van de gymles is op het beweeggedrag van kinderen, maar ook op wie manier deze sets van kenmerken van invloed zijn; spelen bijvoorbeeld andere factoren zoals beweegplezier, motorische vaardigheden, geslacht of leeftijd een rol in de invloed van de gymles op beweeggedrag van kinderen?
Inzicht in de kenmerken en de manier waarop deze kenmerken van invloed zon op het beweeggedrag van kinderen helpt in de ontwikkeling van effectieve strategie voor scholen. Strategieën die de kwaliteit van het bewegingsonderwijs op basisscholen (en diens beweeg- en sportcultuur) een blijvende boost geven met als ultiem doel een bijdrage te leveren aan een leven lang bewegen.
Resultaten vanuit de eerste meting binnen de SALTO-studie tonen, zoals reeds gepubliceerd (Adank, Van Kann, Hoeboer, De Vries, Kremers & Vos, 2018) aan dat er een positief verband is tussen de motorische vaardigheid van basisschoolkinderen (leeftijd 7-11 jaar) en de hoeveelheid fysieke activiteit op een dag. Tevens blijkt uit deze resultaten een nog sterker negatief verband tussen motorische vaardigheid en de tijd die kinderen op een dag aan zitgedrag spenderen. Gekoppeld aan de voorlopige conclusie dat basisschoolkinderen die les krijgen van een vakdocent LO zich in een jaar meer ontwikkelen op motorische vaardigheid dan kinderen die les krijgen van een groepsleerkracht, zou een strategie waarin de vakdocent LO een rol speelt aannemelijk zijn. Het belangrijkste doel van bewegingsonderwijs is dat kinderen beter leren bewegen!
De SALTO-studie focust zich niet specifiek op motorische vaardigheden en motorische achterstand. Uiteraard vormt dit wel een onderdeel van onze studie. We hebben op basis van de eerste meting de relatie tussen motorische vaardigheid en het beweeggedrag van basisschoolkinderen tussen de 7 en 11 jaar oud geanalyseerd. Leeftijd en BMI spelen een rol in de motorische vaardigheid van basisschoolkinderen. Zo blijken kinderen uit groep 6 en kinderen met overgewicht lager op motorische vaardigheid te scoren dan respectievelijk kinderen uit groep 4 en kinderen met een normaal gewicht.
Kinderen moeten door gymlessen in het (basis)onderwijs op eigen niveau worden uitgedaagd en gestimuleerd om in het alledaagse leven met plezier, vol vertrouwen, alleen en met anderen, deel te nemen aan fysieke activiteiten.
Er bestaat een duidelijke relatie tussen de motorische vaardigheid en het beweeggedrag van kinderen op een schooldag. Hoe motorisch vaardiger kinderen zijn, hoe meer tijd zij op een schooldag matig-tot-zwaar fysiek actief zijn en hoe minder tijd zij spenderen aan sedentaire gedragingen. In deze relatie spelen geslacht en leeftijd een rol van betekenis. Meisjes en kinderen uit groep 6 spenderen meer tijd aan sedentaire gedragen dan respectievelijk jongens en kinderen uit groep 4. Meisjes zijn minder lang matig-tot-zwaar fysieke actief op een schooldag dan jongens. Tenslotte blijken meisjes met een lage motorische vaardigheid op een schooldag het meest inactief te zijn.
Fysieke activiteit en zitgedrag lijken dus belangrijke voorspellers voor motorische vaardigheid, maar over causaliteit kunnen we hieromtrent (nog) niet spreken.
Op grond van onze eerste bevindingen zou in de aanpak op school de focus moeten liggen op zowel het verminderen van het zitgedrag als het verhogen van momenten waarop kinderen matig-tot-zwaar fysiek actief zijn. Op basis van een andere deelstudie binnen de SALTO-studie zien we dat de aanwezigheid van een vakdocent tijdens de schooldag gelinkt is aan minder zitten en meer matig-tot-zware fysieke activiteit. Het belangrijkste lijkt echter een samenhangend pakket aan maatregelen om bewegen te stimuleren en (langdurig) zitten te beperken.
Deze bevinding komt voort uit een ander lopend promotieonderzoek; KEIGAAF. Voorbeelden van mogelijke activiteiten zijn actievere pauzes, bewegend leren, een hogere frequentie van gymlessen, maar ook aspecten als het stimuleren van lopen en fietsen naar school en het stimuleren van bewegen/beperken van (langdurig) zitten in de thuisomgeving en in de wijk.
De relatie tussen motorische vaardigheid en fysieke activiteit als ook tussen motorische vaardigheid en sedentair gedrag wordt niet alleen vanuit onze studie, maar ook door tal van andere studies aangetoond. Een goede motoriek kan een bijdrage leveren aan het ontwikkelen van een actieve leefstijl waarin langdurig zitgedrag beperkt wordt.
Daarnaast zijn er natuurlijk vanuit andere perspectieven en onderzoeken (denk aan (sociale) psychologie) tal van redenen te noemen waarom een goede motoriek belangrijk voor kinderen.
Het verplicht stellen van 2 uur gym per week is een eerste stap in de goede richting. Hierdoor krijgen alle basisschoolkinderen in Nederland in ieder geval 2 uur per week de mogelijkheid om op school fysiek actief te zijn en wordt het zitgedrag voor alle kinderen op school verplicht doorbroken. Persoonlijk vind ik dat kinderen door gymlessen in het (basis)onderwijs op eigen niveau moeten worden uitgedaagd en gestimuleerd om in het alledaagse leven met plezier, vol vertrouwen, alleen en met anderen, deel te nemen aan fysieke activiteiten in welke door het individu gekozen vorm dan ook. Dit vereist van gymlessen een bepaalde kwaliteit. Wat deze kwaliteit inhoudt is voer voor discussie en is onder andere afhankelijk van de doelen die aan lessen lichamelijke opvoeding worden gesteld. Ik hoop dat we met resultaten vanuit de SALTO-studie op een gefundeerde wijze aan kunnen tonen hoe de gymles kan bijdragen aan een basis voor een leven lang bewegen en hoe deze gymlessen er dan uit moeten zien. Met andere woorden: hoe we kwalitatief hoogwaardig bewegingsonderwijs moeten vormgeven.